De zwarte vloertegels van ons huis in Surabaya waren ideaal om daarop met wit krijt te tekenen. En krijt had ik genoeg, want mijn moeder zat in het onderwijs en bracht voor mij regelmatig krijt, potlood en papier mee. Ik tekende dus de hele vloer vol en protesteerde hevig als iemand over mijn tekeningen liep. Gelukkig voor mijn huisgenoten ging ik over op potlood en papier.

Inspiratie haalde ik uit prachtige prentenboeken, waar ik eindeloos naar kon kijken. Mijn vader schilderde landschappen en zeegezichten, en mijn moeder wees me op allerlei bijzonderheden in de natuur. Zo kreeg ik liefde en respect voor alles wat groeit en bloeit, en verwondering met de paplepel ingegoten.

In 1966 vertrok ik met mijn ouders naar Nederland. Potlood en pen bleven mijn favorieten.
Later kreeg ik les van Henri Liesker, die mij aquarel techniek bijbracht. Door hem kwam ik in aanraking met Hans van Det van uitgeverij Gherre, die een illustrator erbij zocht voor het boekje Kruudmoes. Daarvoor maakte ik 12 illustraties in zwart-wit aquarel.

Ondertussen groeide bij Hans van Det het idee voor het blad Landleven. Vanaf het eerste nummer mocht ik eraan meewerken, met columns, soms een reportage, en altijd illustraties. Illustreren voor Landleven (dat inmiddels bij Reed Business is ondergebracht) doe ik tot op de dag van vandaag. Incidenteel illustreer ik ook voor het blad Herenhuis. Verder heb ik als freelance tekenaar diverse aquarellen gemaakt in opdracht van particulieren. Daarnaast heb ik 'vrij werk', waarvan een aantal aquarellen is verkocht.